Het bestuur van Ahold dacht gisteren een goedgeluimde aandeelhouders-
vergadering te kunnen plezieren met het eerste dividend in vijf jaar. Maar
dat viel tegen, schrijft het Financieele Dagblad.

In plaats van blijheid over het dividend, vielen pensioen- fondsen PGGM
en ABP en aandeel- houder Robeco over het beloningsbeleid van Ahold.

Dat bleek moeilijk te verteren omdat de voorzitter van de raad van
commissarissen pas gisteren toegaf dat het contract met voormalig
bestuursvoorzitter Anders Moberg niet werd verlengd.

De raad van commissarissen en het bestuur van het bedrijf hebben sinds het
vertek van Moberg juist volgehouden dat de Zweed uit zichzelf was opgestapt.

Ondanks zijn ontslag kreeg Moberg toch 7,5 miljoen euro mee van het
bedrijf. Daarnaast bleek gisteren dat onduidelijk is of hij aanspraak kan
maken op nog eens 5 miljoen euro.

In een voetnoot in het jaarverslag geeft Ahold aan dat in Mobergs' contract
een bepaling staat die het mogelijk maakt dat hij al zijn opties binnen 24
maanden mag verzilveren, ook als ze nog voorwaardelijk zijn. Z24 rekende op
basis hiervan eerder al uit dat Moberg in totaal met 11,6 miljoen euro
vertrekt.

Het bestuur, de raad van commissarissen en zelfs huisaccountant
Deloitte konden gisteren niet verduidelijken hoe de vork wat betreft de
opties in elkaar steekt.

Daarom weigerden ABP, PGGM en Robeco hun goedkeuring te geven aan de
jaarrekening. Uiteindelijk werd die wel goedgekeurd, omdat een meerderheid
van buitenlandse aandeelhouders vóór goedkeuring stemden.

De Vereniging van Effecten Bezitters (VEB) was daarnaast geïrriteerd
over de weigering van de raad van commissarissen om duidelijkheid te
verschaffen over de bonus van Larry Benjamin.

Benjamin zou een premie van ruim 7 miljoen euro hebben gekregen, ondanks het
feit dat hij officieel geen deel meer uitmaakt van de raad van bestuur.

Hierdoor hoeft Ahold zijn beloning niet meer op te nemen in het jaarverslag,
aldus het Financieele Dagblad.

De door de aandeelhouders aangekaarte problematiek is extra pikant
vanwege het nationale debat over de beloningen van topbestuurders.

Veel werkgeversorganisaties willen niet dat de regering nieuwe wetten oplegt
die prestatiebeloningen van bestuurders aan banden legt.

Minister Bos wil de vertrekpremies van bestuurders een heffing van 30
procent opleggen als de vergoeding meer dan 500,000 euro is.

Werkgeversorganisaties en brancheverenigingen willen juist dat de regering
zich meer verlaat op zelfregulering, door onder andere juist het toezicht
van de raden van commissarissen te versterken.

Bij andere Nederlandse bedrijven moesten aandeelhouders, en niet de
commissarissen, onlangs optreden om - in hun ogen - te hoge salarissen van
bestuurders tegen te houden.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl